‘Nederlands is een moeilijke taal’ 05/07/2017

Zegt een statushouder in vrijwel vloeiend Nederlands tegen mij. Deze 24-jarige huurder van Migrascoop staat met medehuurders, op de gang van het oude sociale dienst gebouw, te wachten tot hun ‘Taaltijd’ begint.

Het is warm, maar de zweetdruppels staan om een heel andere reden op hun voorhoofd; De jongeren hebben straks een toets!

Terwijl de jongeren nog een laatste blik werpen in hun werkboek, arriveert hun Taaltijd docent; Frieda de Schipper.

Na een heel hartelijk welkom start de les. Terwijl de toetsen worden uitgedeeld, komt er een enthousiaste vrijwilliger binnengewandeld. Deze vrijwilliger helpt de jonge bewoners van Migrascoop door lastige vraagstukken te vertalen voor hen; van Tegrinya naar Nederlands. Hoewel de vrijwilliger tijdens de toets niets mag zeggen, wil hij er toch graag bij zijn voor de jongeren. Gefocust gaan zij van start. Ze proberen in het Nederlands te denken, terwijl Tegrinya hun taal is (dat wordt vooral in Ethiopië en Eritrea gesproken).

Als Nederlandse, heb ik totaal geen kaas gegeten van de eisen tot inburgering; Frieda, iemand die zich al tientallen jaren inzet voor vluchtelingen/statushouders praatte mij bij:

Om een inburgeringsdiploma te laten halen, moet iemand:

Alle vaardigheden binnen de Nederlandse taal op A2-niveau beheersen (lezen, schrijven, spreken en luisteren).
Bewezen kennis hebben van de Nederlandse maatschappij (KNM).
Zich bewezen georiënteerd hebben op de Nederlandse arbeidsmarkt(ONA)

‘Zeven maanden geleden zat ik nog in het AZC – nu zit ik in A2.’

zei een statushouder van Migrascoop enige tijd geleden vol verbazing en trots. En terecht, het blijkt een pittig traject! Normaal staat hier drie jaar voor.

In het begin van het traject, A1, staat de Nederlandse taal centraal; Daarna maken de statushouders kennis met de Nederlandse maatschappij in A2. Het boek Taalcompleet waaruit de statushouders leren en werken, is geheel afgestemd op het inburgeringsexamen, wel zo handig!

Frieda geeft aan dat de rol van hun vrijwilliger essentieel is; hij legt namelijk de lesstof van KNM eerst uit in Tegrinya zodat de bewoners van Migrascoop weten waar het over gaat. Daarna krijgen ze de Nederlandse woorden die erbij horen, aangeboden..

Uitblinkers

Die zijn er overal en dus ook bij Taaltijd! Als echte Nederlanders ‘fietsen’ deze uitblinkers van A1 en A2 zo naar B1 of finishen zij bij een vervolg opleiding op het Mondriaan!

Soms blijkt tijdens de A1 lessen al dat een statushouder de stof goed oppikt en meldt deze zich aan bij het Mondriaan. Frieda vertelt dat Taaltijd deze statushouder blijft ondersteunen door ook A2 aan te bieden; Stel dat de uitblinker niet wordt aangenomen op het Mondriaan, dan heeft de uitblinker mooi zijn A2 behaald in de tussentijd; en staat deze niet met lege handen voor een dichte schooldeur.

Het is mij meteen duidelijk dat er ook talent zit in de studentengroep van Migrascoop; de jongeman van 24, waar ik eerder mee sprak, lacht van opluchting! Hij mag zijn toets – als eerste- laten nakijken en ja hoor; meer dan 70% goed, dit is een persoonlijke ‘highscore’ voor hem.

Ik denk dat deze jongen de gehele dag, misschien wel week blijft stralen vanwege dit resultaat! Leuk om te zien hoe enthousiast deze jongeren zijn om er iets van te maken hier in Nederland.’

Klik hier wanneer u meer wilt weten over Taaltijd.